Koos' reisverhaaltjes

Bologna

Maandagmiddag eenendertig augustus rond een uur of half vijf naderden wij Bologna. De stad die bekend staat om zijn universiteit welke een van de twee oudste van Europa is, samen met de universiteit Sorbonne in Parijs. Sorbonne was vanoudsher de universiteit voor de elite, de universiteit van Bologna is de universiteit van de studenten. Dit verschil weerspiegelt zich wellicht ook in de stad welke wordt bevolkt door grote aantallen studenten, al dan niet hier met behulp van een Erasmusbeurs. Aangekomen op het station kopen we een kaartje bij een falende baliemedewerkster, ze spreekt geen Engels. Van verbazing laat ik mijn zonnebril op de balie liggen, om daar pas veel later achter te komen. Zodra we in de bus stappen wordt ons door een jonge Duitser gevraagd of wij toevallig ook Erasmusstudenten zijn, dit zou niet de eerste keer zijn dat ons deze vraag gesteld werd en het zou ook niet de laatste Duitser zijn we zouden ontmoeten. Dit alles wisten we toen nog niet maar bleek al snel. Aangekomen bij het hostel waar Jonas, de Duitser, ook een slaapplaats geboekt bleek te hebben, ontmoetten we alweer een aantal Duitsers die ook als Erasmusstudenten te boek bleken te staan. Het hostel was ruim opgezet en verdeeld over twee locaties. Omdat het hoofdgebouw vol was werden wij verwezen naar het tweede gebouw, een honderd meter verderop gelegen vrijstaande villa welke was omgebouwd tot hostel. De kamer was dik in orde en na inspectie bleek ook de badkamer aan de verwachtingen te voldoen. Na een korte opfrisbeurt en het ordenen van onze spullen besloten we terug te keren naar het hoofdgebouw alwaar we met de Duitser hadden afgesproken om gezamenlijk de stad in te gaan. Daar aangekomen liepen de Duitsers, meervoud, inmiddels al naar de bushalte waar wij ons bij het voegde en kennismaakten met de anderen. Twee van hen bleken met de auto gekomen te zijn om wat meer flexibiliteit te genieten maar stapten nu toch maar in de bus. Aangekomen op het Piazza Maggiore oftewel het centrale plein van de stad, ging het ontmoeten van nieuwe Duitse Erasmusstudenten verder. Als vliegen op een pot stroop kwamen ze uit alle hoeken van het plein aangelopen. Even later werd ons uitgelegd dat men online een soort groep hadden speciaal voor Duitse Erasmusstudenten in Bologna en dat iemand het initiatief hiervoor had genomen. Ondertussen was de groep gegroeid tot ongeveer achttien personen en begaven we ons naar de lokale Afghaan, bekend om zijn goedkope drankvoorraad. Alhier aangekomen zochten wij, met de Duitsers als lichtend voorbeeld, een fles wijn naar smaak uit en begaven ons naar een ander bekend plein in de stad om deze alcoholische versnaperingen vergezeld van een goed gesprek te nuttigen. Neder gezeten op de Italiaanse straatstenen raakten we al snel in gesprek. De Duitse studente gezeten ter linkerzijde hield zich bezig met de Latijnse taal en geschiedenis, voorwaar nobele vakken zo gaf ik te kennen. Haar doelen voor het halfjaar Bologna wat zij voor de boeg had waren wat post-moderner, het ging vooral om de ervaring van het studeren in het buitenland en het leren van de taal. Op mijn vraag of het studeren hier in Bologna ook nog voordelen had gezien de kwaliteit van de colleges alhier, of deze mogelijk hoger zou zijn kon niet bevestigend worden geantwoord. Een van de Duitse studenten ter rechterzijde, medicijnen, was duidelijker in het aangeven van het verschil tussen de Duitse en Italiaanse universiteiten. Het onderwijs in Italië was volgens hem veel te theoretisch en bereidde dus niet goed voor op de beroepspraktijk, iets wat op de Duitse universiteiten wel gebeurde. Wat volgens hem beter was laat zich wellicht raden. De andere medicijnen studerende Duitsers knikten bij dit alles overigens instemmend. Nadat de fles wijn geleegd was werd het inmiddels ook tijd om de laatste bus richting het hostel te halen. Met vier Duitsers meegelopen spoedde ik mij richting het station waar wij het presteerden precies in de verkeerde bus te stappen, de goede vervolgens niet te kunnen vinden en derhalve aangewezen te zijn op een taxi aangezien dit de laatste bus was, let wel het was nul uur vierenveertig. Ik spoedde mij naar de twee gereedstaande chauffeurs om navraag te doen. Al snel bleek dat ze maar vier man konden meenemen maar niet getreurd met vijf minuten zou er wel eentje komen die wel vijf mensen tegelijk kon meenemen. En inderdaad, even later reed een prachtige Fiat Multipla voor, u weet wel die mooie auto waar je met z'n drieeën voorin kan zitten, welke ons hostel voor drie euro per persoon tot aan de deur van het hostel bracht. Na een goede nachtrust genoten te hebben maakten wij ons des morgens op tijd op om na het ontbijt richting het Ferrari walhalla te Maranello te begeven. Dit betekende een reis naar Modena, de stad van de welbekende tenorzanger Luciano Pavarotti, en van daar verder per bus. Het kopen van een kaartje voor de bus bleek nog via een balie te gaan met een behoorlijke wachtrij. Toen wij aan de beurt waren, het kaartje betaalden en vroegen hoelaat de bus vertrok bleek die op datzelfde moment af te reizen. Twee seconden later stond ik met enigzins op en neer gaande borstkas op het raam van de zojuist gesloten en wegrijdende busdeur te kloppen. De beste man was zo vriendelijk deze te openen zodat wij een twintig minuten later konden uitstappen bij de halte met de naam 'Ferrari'. Aangekomen bij het museum werd ons aangeboden om in de ruim aanwezig Ferrari's een rondje te komen rijden, voor slechts zestig euro. Dit aanbod sloegen wij vriendelijk doch zeer beslist af. Misschien later nog eens terug komen als de te besteden hoeveelheid euro's wat groter is dan nu. De opgestelde wagens in het museum waren niet onaardig. De verschillende oude, nieuwe, bekende en onbekende modellen alsmede de formule één wagens en bijbehorende motoren van de afgelopen jaren stonden er allen zeer fraai bij. Omdat het museum niet zo groot is waren wij er relatief snel uitgekeken en begaven wij ons naar buiten alwaar wij ons vergaapten aan de op en neer lopende Ferrari personeel en de af en aan rijdende wagens. Na een veel te dure winkel met Ferrari spullen achter ons gelaten te hebben zetten wij koers richting het bij de fabriek behorende test circuit. Zonder direct zicht te hebben hoorden we al dat er flink op het gaspedaal werd getrapt dus wij trachten via minder legale wegen bij het hek rond het circuit te komen. Nadat wij door een veelgebruikt gat in een afrastering waren geklommen stonden we voor het 'echte' hek op een slordige twintig meter afstand van het van de hitte zinderende tarmac. Alhier raasde een testcoureur van Ferrari op volle snelheid testrondes. De Duitser die even te voren zich met zijn gezin achter ons had aangesloten om een blik te werpen op de rondgierende wagen wist te melden dat het hier ging om een Ferrari 458 Italia welke vorig jaar september in productie is genomen en waarmee een aantal serieuze problemen zouden zijn met de motor die de vervelende eigenschap had om op een gegeven moment in brand te vliegen. U raad het al de man was nog maar even uitgesproken of ik constateerde dat er ineens rookontwikkeling achter aan de wagen viel te contasteren. Verrukt bogen wij ons naar voren om niets van dit aankomende spectakel te missen. De coureur had het duidelijk nog niet door want hij ging nog met volle overtuiging een bocht in. Daar uitgekomen weigerde de moter echter vermogen naar de wielen te brengen en begon in plaats daarvan een steeds grotere rookpluim te produceren. Op dat moment passeerde de wagen recht voor ons en zagen wij dat de vlammen rond de uitlaat lekken. De coureur had nu duidelijk door wat er aan de hand was want hij zette net na de volgende bocht de wagen abrupt stil en sprong er snel uit om te kijken aan de achterkant van zijn bolide om te constateren dat hier rook en vlammen uit kwamen. Hij begon zenuwachtig heen en weer te lopen totdat twee witte safety pickups waren gearriveerd die de getuige de wolk stoom die opsteeg een brandblusser inzetten om de motor wat te kalmeren. Na enige Italiaans beraadslaging viel de supersportwagen met open motorkamp, voorgesleept door een van de witte pickups een beschamende aftocht ten deel. Jammergenoeg slaagde Egbert er door een ruzie met het hek dat niet meewerkte niet in om op het moment supreme de zaak op te nemen en aangezien ik alleen beschikte over mijn telefoon met brakke camera konden we helaas geen coole beelden op YouTube plaatsen. Nadat er weer een andere bolide het circuit opgejaagd werd besloten we richting de fabriek te lopen om daar de af en aan rijdende wagens te bezien. Tenslotte werd het ook tijd om per bus terug te keren naar Modena. Hier aangekomen verkende wij de belangrijkste plaatsen van de stad zoals een soort Koninklijke Militaire Academie maar dan van Italië, een zeer Italiaanse koffiebar waar ik een expresso naar binnen werkte en de centrale kerk waar juist een mis gaande was. Per trein bereikten wij vervolgens weer onze uitvalbasis in Bolgona. Daar de zon al de gehele dag vrij spel had op mijn arme ogen werd ik indachtig gemaakt aan de bus-infobalie waarvan de medewerkster geen Engels sprak. Helaas zag ik haar ook nu weer achter de balie, na een vergeefse eerste poging om duidelijk te maken dat ik misschien mijn bril hier had laten liggen kwam van achter mij de stem van een behulpzame, vloeiend Engels sprekende niet al te slanke vrouw met afrikaans uiterlijk met de vraag wat ik nodig had. De boodschap werd in rap Italiaans vertaalt en zowaar kwam daar mijn zonnebril van onder het glas van de balie tevoorschijn. Na een tweetalig hartelijk bedankt begaven wij ons per bus richting het hostel alwaar wij onszelf een pizza lieten bezorgen. Na deze verorberd te hebben zocht Egbert nog een en ander op via internet en begaf ik mij naar het stadscentrum, hetgeen nogal wat voeten in de aarde bleek te hebben gezien mijn voorkeur voor het te laat naar de bushalte lopen. Na een twintig minuten in de heerlijk afgekoelde buitenlucht gewandeld te hebben bereikte ik bij toeval een bushalte waar na vier minuten wachten als nog een bus aankwam die mij naar het centrum bracht. Hier aangekomen besloot ik de stad bij avond te verkennen en hoopte op een zeker moment de Duitse clan nog ergens te treffen. Na een systematisch rondje sightseeing aan de hand van de kaart liep ik ineens midden op een filmset in aanbouw waar het krioelde van de mensen. Grote schijnwerpers werden op hoogwerkers in stelling gebracht, vele meters kabel uitgerold, camerawagens binnengerolt en hele hordes fotograven legden een en ander vast. De scriptschrijvers, acteurs en regiseur discuteerden de laatste details. Zonder zin te hebben om de hele happening af te wachten tot de shoot vervolgde ik mijn weg richting het deel van de stad waar de meeste barretjes zich hadden gevestigd. Na enkele minuten liep ik zowaar een aantal van de Duitsers tegen het lijf, sloot mij weer bij hen aan en bracht de rest van de avond met hen door. Zonder deze keer de laatste bus mis te lopen kwamen we veilig aan bij het hostel om de welkome nachtrust te gaan genieten. De volgende dag bekijken we stad in wat meer detail en zien de mooiste basiliek die we tot nu toe hebben gezien. Het enorme bouwerk bevat prachtige kapellen en verkeerd in prachtige staat. Tegen de avond halen we de grote tas op bij de bagage drop-of en pakten we de trein naar Verona waar we de rest van de avond, nacht en volgende dag zouden doorbrengen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!